ONDERSTROOM AAN EENZAAMHEID
Met het vooruitzicht dat we elkaar nog heel lang niet mogen bespringen, groeit de onderstroom aan eenzaamheid. We kunnen het weglachen en relativeren, maar we kunnen het ook eens openlijk met elkaar delen. Want of je jong of oud bent, single bent of volop in een relatie staat: het overkomt ons nu allemaal. Hoe ga je ermee om? Een ode aan het onbestemde gevoel dat eenzaamheid heet.
Niet heel lang geleden schreef ik een stukje dat je kan helpen als je je knetter alleen voelt. Ik heb het even gecheckt: het was begin juni dat ik het schreef. Corona kon toen wat meer in de onderste lade worden geschoven. De zon verlichtte ons bolletje en de zomer lag aan onze voeten. Als ik het zo terughaal in mijn herinnering eigenlijk geen enkele reden om je alleen te hoeven voelen. Laat staan om de tijd te vinden om er een artikel over te schrijven. De tijd van levendig zijn brak aan. De terrassen gingen weer open, de kappen werden van bootjes gehaald en de wijn rijkelijk geschonken. Er werd geproost dat we de eerste golf hadden overleefd. We kropen voorzichtig uit ons hol. Begonnen elkaar weer wat meer aan te raken. De zomer gaf ons de troost waar we lang genoeg op hadden gewacht.
De troost was slechts van korte duur. We bevinden ons nu nog meer in ons hol dan menig winter daarvoor. De kerstbomen zijn al opgetuigd, kerstverlichting versiert rijk de eerste tuinen en kaarsen zijn niet meer aan te slepen. Op zich is al deze gezelligheid nog niet eens zo erg. Wat erg is, zijn de lege straten waar je iedere regendruppel angstvallig hoort vallen op de stenen. En elke keer wanneer ik mij in zo’n echo van stilte bevind, vraag ik mij naarstig af of ik iets belangrijks heb gemist. Een gevoel of politieagenten net iedereen heeft verzocht om zijn huis te verlaten wegens een bommelding. En dat ik dan nietsvermoedend de straat in loop. De regendruppels tellend. Hallo, is daar iemand?
IK BEN EEN STOERE MEID
Het gevoel wanneer ik mij in zo’n echo van stilte bevind, is een gevoel dat zich de laatste tijd wel vaker herhaalt. Fysiek is het ook voelbaar. Mijn adem stokt dan even, mijn ogen kijken overal maar nergens heen en ik voel een brokje naar boven komen. Die brok wil er maar al te graag uit, maar mijn geweten is mij altijd voor. Het geweten dat tegen mij zegt dat ik een stoere meid ben. Een meid die de wereld in haar up heeft over gereisd. Liefdesverdrietjes heeft overwonnen. Diploma’s heeft behaald. Hard kan wegrennen. Een meid die niet bang is voor de dood. Ook hard kan schreeuwen. Ruzies durft aan te gaan. Hard kan meppen als dit nodig is. Ja, simpelweg zinnen om mijzelf te vermannen. Groter voor te doen dan dat ik mij diep, dieeeeep van binnen voel.
Nu begrijp je natuurlijk dat die lege straat metafoor staat voor iets heel anders. Iets dat ik eerder niet in woorden kon vatten. Totdat ik iemand ontmoette die perfect samenvatte wat ik al de keren had gevoeld. Hij zei het volgende toen ik vroeg hoe het met hem ging: “Ik voel een onderstroom aan eenzaamheid”. Zoals die druppels echode in de straat, zo galmde deze zin door in mijn hoofd. Wat zeg ik? Door mijn hele lijf! Ik voelde een diepe erkenning voor al die keren dat die onderstroom liep te klotsen in mijn buik. En ja, dat zijn nogal wat momenten. Een aantal op een rij:
Caissière bios: voor hoeveel personen wilt u reserveren, mevrouw? Ik: uh 1 persoon.
Verkoper: is het een cadeautje? Ik: Ja, hahaha (lach ik), voor mijzelf, hahaha (lachen allebei).
Ik loop met 3 flessen rode wijn naar de kassa, net voor achten. Caissière: zo, toch maar een feestje vanavond? Ik: Uh, nee, hoezo? Oh, haha, ja mijn 2 vrienden komen (lieg ik). Hahaha (lachen allebei).
Mijn werkdag zit erop. Ik klap mijn laptop dicht, ga naar de WC en loop naar de badkamer. Ik kijk mezelf aan in de spiegel en lach even. Ik: zo, wilde plannen voor vanavond, Xantoucha? Spiegel (ik dus): even een rondje wandelen maar! (het rondje dat ik dus al drieduizend keer heb gelopen). Zucht (ik).
Ik baan mijn weg door de supermarkt. Als een échte independent woman gooi ik alles soepel in mijn mega schone (lees: gedesinfecteerde) mandje. Bij het spotten van een knappe vent maak ik mijn beweging nóg iets soepeler. Er is oogcontact. Hij knikt naar me. Ik knik terug. Bij het zuivelhok zwijmel ik even weg. Ik draai mij om en zijn vrouwlief INCLUSIEF kinderwagen aait hem zachtjes over zijn schouder. Au. Wegwezen hier.
Hier kan ik kort over zijn: al die verdomde stelletjes die al weken in quarantaine met elkaar zitten, maar op zondag de bloemetjes buiten zetten door heel verliefd dezelfde wandeling te maken als ik. Inclusief hond. Inclusief kinderwagen. Whyyyyyyyy?!?
Ik lig in bed en kijk op de klok. 9 uur ’S AVONDS. Mijn stapel boeken inmiddels verslonden. Mijn bed veel te strak gestreken. Gód, wat spannend.
Vriendin: heeeeeeeee Xie, wat heb je gisteravond allemaal gedaan? Ik: nou, ik heb even de longen uit mijn lijf gedanst op eighties hitjes. Ik heb geschuurd tegen mijn muur toen Beyoncé voorbij kwam. En geweend toen Tina Turner de klassiekers inzette. Het was mij het avondje wel zeg. En jij?! Vriendin: eh, .. tja, eh.. Netflix.
Het is maandag. Mijn telefoon piept: planten water geven! Ik vul de gieter en loop naar de plantjes toe. Ik: zo, Klaasje, je bent wel wat droog zeg, ik ga jou eens even lekker verwennen. Plant: (zegt niks). Ik: zo, Hansie, krijg je nou nog een sprietje! Waaaaaaaaaa. Plant: (zegt niks).
Kijk. Zo kan ik nog een hele lijst vullen met van dit soort momenten. Rode draad is die intense onderstroom aan eenzaamheid. En eigenlijk is dat helemaal niet zo grappig als ik erover nadenk. Het zijn namelijk de momenten die ik het liefst weglach of relativeer. Vaak helpt het hoor, begrijp me niet verkeerd. Het houdt het leven een beetje luchtig. Maar toch besef ik mij dat ik er ook niet te lichtzinnig over moet doen, die momentjes van mij eenzaam voelen.
Ik troost mij aan het feit dat een paar huizen verderop ook iemand zijn eigen twee glazen tegen elkaar klinkt
Hoe uitzichtloos de komende maanden ook mogen zijn, is het enige troostende te weten dat ik niet de enige ben die mij zo voel. Ik ben mij ervan bewust dat een paar huizen verderop ook iemand zijn eigen twee glazen wijn tegen elkaar klinkt, tegen zichzelf praat in de spiegel en dagelijks de hond (lees zichzelf) uitlaat. Ik houd mij vast aan het feit dat niet alleen ik, maar ook iemand anders dat mondkapje het liefst voor zijn ogen wilt doen. Om de armoede in het dagelijkse contact niet te hoeven aanschouwen. Om in alle donkerte weg te kunnen dromen bij overvolle kroegjes en de spontane drie kusjes die we elkaar gaven bij verjaardagen.
Met dat gegeven in mijn achterhoofd ontstaat er op die golvende beweging van mij eenzaam voelen zowaar een gevoel van trots. Trots dat we zo op onszelf leren te zijn. De thuiswerkende mensen die zichzelf motiveren om 7 uur fris en fruitig te starten. Die sporters die onder de brug bij een klimrek bij elkaar komen. Diegenen die in hun eentje lekker een stukje gaan wandelen. Die tientallen Teams vergaderingen die we blijven bijwonen van onszelf uit loyaliteit naar onze werkgever. En dan ondertussen ook nog eens het huishouden doen, zorgen voor het gezin (als dat van toepassing is) en een sociaal leven op afstand online onderhouden en opbouwen.
BLIJF PRATEN MET ELKAAR
Ik weet het. Dit laatste doet niet af aan de herinnering van alle ontmoetingen uit het verleden. En dat doet pijn. Deze situatie geeft ons allen een wanhopig en zoekend gevoel. Ik hoop dan ook uit de grond van mijn hart dat dat gevoel, die onderstroom aan eenzaamheid, geen taboe is om over te praten. Eenzaamheid raakt nu namelijk allemaal aan ons. Of je nu vrijgezel bent of volop in een relatie staat. Eenzaamheid is niet meer het begrip waar je op wacht als je oud bent, het kan je nu ook overkomen als je jong bent.
Mijn advies? Blijf praten. Tegen je plantjes, je pannen, de spiegel, die gekke buurman, de man van de klantenservicelijn. Het maakt niet uit! En zoek diegenen op afstand op waar je zielsveel van houdt. Zet kleine stipjes op de horizon waar je naar uit kan kijken (ook al wordt het last minute gecanceld). Het grappige is dat wanneer je dit blijft doen, er een soort acceptatie ontstaat in je eenzaam voelen. En dat, dat is het punt waarop die brok eruit komt en je je kan overgeven aan wat je lang diep van binnen hebt gevoeld. Opeens kan je dan écht lachen dat je een namenlijstje bijhoudt van je planten en knipogen uitdeelt naar jezelf in de spiegel.
En so what? Jij weet nu dat je zelfs vanuit je diepste eenzaamheid een glimlach naar jezelf in de spiegel kan geven. En ik beloof het je: binnenkort openen we samen die drie flessen wijn. Al is het over 3 jaar.

Automatisch een inspirerend/leuk/boeiend artikel in je postvak ontvangen?
Deel jouw e-mailadres nu hier!