top of page

DE LAATSTE KEER



Een laatste keer roept emoties bij mij op. Daarom een persoonlijk stukje over al die laatste keren. Die laatste lange knuffel, de laatste polonaise, het laatste handgeschreven liefdesbriefje en die laatste nachten samen dansen op foute hits. Welke boodschap kunnen we eigenlijk halen uit die laatste keren?

Mama, wat doen die mensen daar? Ze kijkt mij met haar nieuwsgierige ogen aan en wijst naar een foto in een oud fotoboek. We zitten met zijn allen aan de eettafel te ontbijten. Ik vertel haar dat die mensen aan het knuffelen zijn. Ze kijkt me wat verward aan en wijst naar de volgende foto. Een groepje mensen. Ik voel een brok naar boven komen in mijn keel. Ik verdwijn in het moment dat ik de foto van mijn vrienden nam. Het was één van die gebruikelijke vrijdagavonden en we waren dronken. We verdronken in elkaars liefde en verdwenen voor even uit de hectiek van de dagelijkse sleur. We zongen Hazes, dronken vieze huiswijnen en goedkoop pisbier en dansten de stress uit ons lijf op foute hits. We knepen elkaars handen fijn om het vrije gevoel te bezegelen. We hadden geen flauw benul van het leven. We waren jong én wild. Zoenden, streelden en aaiden alles dat los en vast zat. Onze voeten geplakt aan de grond van het bier.


De herinnering wordt onderbroken wanneer ze op mijn schoot kruipt. Ze vindt het fijn als ik haar vasthoud en haar over haar bolletje aai. Ze begint steeds meer vragen te stellen over hoe het vroeger was. Iets dat ik ook deed toen ikzelf jong was. Ik kon het mij niet voorstellen dat mijn ouders hadden geleefd in een tijd dat er nog geen televisie was. Dat je kon bellen in een telefooncel, geen computers had, niet kon pinnen, de autoloze zondagen en je geen hippe huishoudmachines had als een wasmachine of koelkast. Nu, 25 jaar later, zit ik mijn eigen dreumes te vertellen over mijn goede oude tijd. De tijd van de drie zoenen, de herdenkingsdiensten of demonstraties met hordes mensen op de Dam en het schudden met de hand. De tijd dat ikzelf Zwarte Piet speelde, nachten dansten in drukke kroegjes en clubs en mijzelf vervoerde met een rete-vervuilende auto.

NOSTALGISCH

Badend in het zweet word ik wakker. Iets dat mij de laatste tijd wel vaker gebeurd. Sinds de lockdown’s heb ik het gevoel in een verwarrende tijdmachine te zijn gestapt. In de ene droom sta ongelooflijk gezonde-vezelrijke, lactose, glutenvrije, enweetikwelwatnognietmeer-vrije smoothies te mixen voor mijn uitmuntend presterende artificial intelligent kids. En in de andere droom sta ik jong en onbezonnen in Paradiso te kwijlen naar een Ben Howard of Angus Stone. Het heden komt eigenlijk nooit aan bod. Wil ik de realiteit in het heden vermijden? Wil ik haar niet onder ogen komen? 


Wat ik wél weet is dat met zoveel grote onzekerheid momenteel in de wereld, ik steeds meer het gevoel krijg dat alles zomaar eens de laatste keer kan zijn. De laatste keer Sinterklaas met geschminkte Zwarte Pietjes. De laatste keer vechten om een plekje aan de bar. De laatste keer met zijn allen strijden voor het Oranje voetbal. Afgeladen sportvelden. De laatste keer met vreemdgangers mee naar huis óf in je huis. De laatste keer een sigaretje delen op het station. Die laatste polonaise in een dampende kroeg. Het laatste handgeschreven liefdesbriefje. Die laatste lange knuffel. Die laatste irritatie over knagende popcorn-gangers in een bioscoop. Die laatste vertraging met het openbaar vervoer waarbij er geen stoelen meer waren en we tegen elkaar aan stonden te hijgen. De laatste CD die je afspeelde bij liefdesverdriet. De laatste keer. Iets waar ik mij eigenlijk nu pas goed bewust van word. Het maakt me sentimenteel. Het maakt me angstig. Terugkijken is te pijnlijk. Vooruit misschien wel nog pijnlijker. Ik heb dan toe te geven aan mijzelf dat wat was niet of nooit meer terugkomt. 


LET IT GO, LET IT GO (NOOOOOO)

In zelfhulpboeken noemen ze dat loslaten. Loslaten wat er niet meer toedoet en waar je geen invloed meer op kan uitoefenen. Ik weet dat de schrijvers gelijk hebben. Toch kan ik het niet laten om de boeken tegen de muur te smijten en er een dikke middelvinger naar op te steken. Sommige dingen wil ik namelijk niet loslaten omdat ze diep verankerd zijn in mij als persoon. Neem nu de drie zoenen als voorbeeld. Drie is wat veel, maar mag ik alsjeblieeeeeefffft een kus blijven geven aan de ander? Of op zijn minst zijn of haar hand voelen en verwelkomen? En die hand vanuit de kroeg mee naar huis sleuren? Om vervolgens in een eigen bubbel te kruipen zonder eerst onszelf te moeten ontsmetten?


Tijden veranderen. Maar de laatste jaren heb ik het gevoel dat er veel te veel verandert in een heel korte tijd. Vorig jaar had ik namelijk niet kunnen bedenken dat ik via de achteruitgang de kapper verliet omdat we iets na achten klaar waren met föhnen. Laat staan het desinfecteren van mijn handen, het poetsen van mijn karretje of mandje, het dragen van een mondkapje en het meest pijnlijke: afstand houden van elkaar. 

Ik kan een hele lijst bedenken met dingen die ons nu wordt ontnomen. Maar eigenlijk onderstreept de lijst vooral wat ons nu te doen staat. Iets dat we al die jaren altijd voor ons uit hebben geschoven. Door gebrek aan tijd. Door de voorkeur te geven aan andere noodzakelijke verplichtingen. Wat ons nu te doen staat is genieten van de allerkleinste dingen in de dagen die ons zijn gegeven. Leven met de dag. Carpe Diem. Iets dat wij tot verkort ook niet écht konden begrijpen. We lazen er wel over, konden er een voorstelling van maken, maar echt voelen wat er werd bedoeld.. dat klonk als iets heel ver wegs. De tijd van nu leert ons wel anders. Het virus geeft ons het besef dat morgen zomaar eens de laatste keer kan zijn.

Geniet daarom van iedere keer, want het kan zomaar eens de laatste zijn. 




 

Automatisch een inspirerend/leuk/boeiend artikel in je postvak ontvangen?

Deel jouw e-mailadres nu hier!


79 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page