BETEKENIS VAN HEBZUCHT & VERTROUWEN
In de wekelijkse online groepssessie van het 'Uur van het woord' geven we met elkaar een nieuwe betekenis aan woorden.
Deze week: Hebzucht & Vertrouwen.

H E B Z U C H T
[Volgens de Van Dale: Sterke begerigheid naar geld of goed]
We kennen allemaal vreetzucht, wraakzucht, gemakzucht, bemoeizucht en koopzucht. En we kennen hebzucht. Maar wanneer heb je nu eigenlijk hebzucht? Laten we beginnen bij het woordje zucht. Het is de zucht naar meer. Dat wat je nu hebt, is niet of nooit goed genoeg en doet je verlangen naar meer. Ja, diepe zucht dus naar jezelf én vanuit je omgeving. Hebzucht kan ontstaan om een bepaalde leegte in het zelf op te vullen of in te halen wat je vroeger niet hebt gehad. Moet je écht alweer een nieuw huis kopen of die nieuwe schoenen hebben? Iemand die hebzuchtig is zal zichzelf deze vraag niet eens meer stellen. Deze persoon is verblind geraakt in het hebben van iets en gaat werkelijk over lijken om zichzelf te bevredigen. Typerend is dat deze bevrediging van steeds kortere duur wordt en er aldoor meer nodig is om hetzelfde gevoel te krijgen. Hebzuchtig zijn toont veel gelijkenis met verslaafd zijn: de mate van (zelf)controle verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. Het zijn de geldwolven in de Wolf of Wallstreet of de grote artiesten die het ene huis naar de andere kopen. Wie hebzuchtig is kent geen grens. De enige manier om iemand van zijn hebzuchtige gedrag af te helpen is het stellen van grenzen. Het is die tik in het gezicht om diegene bewust te maken van de schade die hij of zij aanricht of gaat aanrichten. Op de vraag of jij misschien hebzuchtig bent, zul je ongetwijfeld antwoorden dit niet te zijn. Hebzucht heeft iets negatiefs en gedrag om niet trots op te zijn. Maar stiekem kennen we allemaal een moment dat we hebzuchtig waren en verlangden naar meer. Wie of wat maakte dat je er destijds mee stopte? Misschien toch handig te weten mocht je binnenkort in aanraking komen met dat stukje hebzucht in jezelf.
V E R T R O U W E N
[Volgens de Van Dale: 1. Door trouw verbonden; 2. Rekenen (op)]
Elke dag komen we als mens wel in aanraking met het woord vertrouwen. Op kleine schaal is het je vertrouwde koffietentje, op grote schaal is het je grootste geheim delen met iemand die je vertrouwd. Het woord vertrouwen ademt iets van ‘het bekende’: we weten wat we aan die persoon of plek hebben. In de fase waarbij de plek of de persoon nog onbekend is (en dus nog niet vertrouwd), worden we getest hoe goed we eigenlijk van vertrouwen zijn. Iemand die veelvuldig in zijn vertrouwen is geschaad, zal in de toekomst een stuk minder stel iemand vertrouwen. Deze persoon is wantrouwig geworden en zal om zichzelf te beschermen wat meer de kat uit de boom kijken. Wanneer je daar en tegen iemand vrij snel vertrouwd, zegt dit alles over hoe goed je van vertrouwen bent; je gaat uit van het goede van de mens. Hierdoor kan je ook wel wat naïef zijn. Wat maakt dat je iemand eigenlijk kan vertrouwen? Wij concludeerden dat diegenen veilig voelt en je de ruimte geeft om volledig jezelf te zijn. Bij hem of haar kun je vrijuit huilen, lachen, boos zijn en kun je je grootste angsten delen. Soms gebeurt het dat je iemand intuïtief al vrij snel vertrouwd. Een belangrijke factor is dat dit vertrouwde gevoel rust op hoe stabiel de vertrouwenspersoon aanvoelt en overkomt. Een gevoel dat diegene nauwelijks iets achterhoudt en dus trouw genoeg is om je geheim(en) mee te delen. Bij deze persoon voel je je welkom en wordt je gezien om wie jíj bent. Wanneer je (iemand, iets, op de toekomst) vertrouwt, stimuleert dit je ook om meer los te laten. Zo mag je bijvoorbeeld vertrouwen op de resultaten wanneer je weken hard aan een project hebt gewerkt; je mag het loslaten, je hebt er alles aan gedaan. Vind je het moeilijk om het vertrouwen uit handen te geven? Probeer je dan vooral in te beelden wanneer je dit wél zou doen. Geef toe: dat voelt best als een verademing hé? Wij zeggen: vooral blijven oefenen. Het zal je leven een stuk lichter en vrijer maken.